Vliegvissen, materiaal en technieken: hengels

Zelf geen foto en als ik een grote vang geen camera in de buurt.....
Laten we bij het belangrijkste stuk materiaal beginnen: de vliegenhengel. Om alle soorten en maten hengels die er bestaan op te noemen is geen doen. Het zit er dik in dat je daarna nog minder door de bomen ziet. Laten we het daarom simpel houden en toch informatief en beginnen met de delen.

De basis, de vliegenhengel

.
Een vliegenhengel bestaat uit twee, drie, vier en soms zelfs uit vijf of zes delen. Vroeger waren tweedelige hengels de standaard. Tegenwoordig zijn meerdere delen hengels de normaalste zaak. Meer delen hengels hebben een enorme sprong voorwaarts genomen vanwege de door vliegtuigmaatschappijen opgestelde en aangescherpte regels waar het de (hand)bagage betreft. En, omdat we met zijn allen tegenwoordig steeds makkelijker even het vliegtuig pakken, is een hengeltje voor op reis snel en makkelijk ingepakt. Gek genoeg had het niet eens zoveel met de hengel te maken als wel met het heel houden van de hengelkoker. Veel goedkope tweedelige hengels hadden en hebben een minder betrouwbare hengelkoker. Mijn Walton, zeker geen goedkope hengel, heeft een inferieur soort hardplastic koker die al begint te scheuren als je hard langsloopt. Het “goedkope hengel = goedkope koker” verhaal gaat dus niet altijd op, maar feit blijft dat je in de meeste gevallen je tweedelige hengel, goedkoop of duur, niet tussen het bagageruimgeweld wilt hebben. Meenemen als handbagage werd het motto en de meerdelige vliegenhengel was geboren. Helaas mag je, voor zover ik weet, helemaal geen hengel, klein of groot, meer als handbagage meenemen, maar er was een tijd….

Een vliegvissers-snoeprek!

.
Lengte
Net als normale hengels zijn vliegenhengels in verschillende lengten verkrijgbaar. De kleinste meet ongeveer 6 ft (1 ft = 30,48 cm) dikke 1 meter 80. Vaak zijn de kleinere hengels ook de lichtere hengels. Het loopt door tot zo’n 15 ft. Pin me hier niet op vast want, zoals ik eerder al heb aangegeven, de markt is continu in beweging.
Gewicht(ig) gedoe
Iedere hengel wordt verkocht in een bepaalde gewichtsklasse. De gewichten lopen van # 0 tot # 15. Er bestaan ook 3×0 hengels en er zal ook best ergens een 16 hengel bestaan, maar we houden het basic. Het werpgewicht van een vliegenhengel wordt aangegeven met een # = aftma klasse(American Fishing Tackle Manufacturers Association). Het mooie is nu dat bijvoorbeeld een aftma 5 (#5) hengel het best geschikt is om een # 5 vliegenlijn mee te werpen. Ook hier zijn een aantal uitzonderingen op de regel omdat niet iedere lijnfabrikant dezelfde waarde hanteert voor bijvoorbeeld een aftma vijf lijn, maar in het algemeen is het zo.
Wat vroeger een gouden regel was is nu nog steeds een gouden regel: koop een allround hengel. Een hengel waar je zowel in de polder, als aan de rivier, op een meer en aan het zoute wat hebt. De standaard der standaarden is de vijf hengel met dito lijn.  De lengte van de standaard #5 hengel is 9 ft. Dat is niet te lang en niet te kort en is multifunctioneel inzetbaar. Tegenwoordig, met de opkomst van steeds strakkere hengels, wordt ook de # 4 wel als standaard hengel opgegeven.

Begin met een allround hengel, AFTMA 5 (#5)

.
Tendens
De tendens in de “vliegenhengelwereld” is hoe strakker hoe beter. Strakker en lichter. De meesten mensen werpen makkelijker en verder met een strakke hengel. Ook met wind tegen is een vliegenlijn makkelijker te werpen met een strakke hengel. Hoe strakker de hengel, meestal aangegeven met termen als FAST en MEDIUM FAST, hoe minder buigzaam de hengel. Om een beetje orde in de chaos te scheppen kun je onderstaand rijtje gebruiken

  • EXTRA FAST:  beetje top actie
  • FAST: topactie
  • MEDIUM FAST: Standaard. Buigen tot ongeveer de helft van de hengel
  • SLOW: buigen tot in het handvat

Als we nu eens een FAST hengel en een SLOW hengel pakken en de voordelen van beiden bespreken. Weet je meteen ook de nadelen.
1. SLOW: met een zachte hengel kun je een dunnere tippet (leader) vissen – meer demping – minder kans op lijnbreuk – hengel vangt beter de klap op.

2. FAST: werpt makkelijker – makkelijker tegen de wind in – makkelijker wegzetten zwaardere vlieg/nimf.

Het zal jullie niet verbazen dat zwaardere hengels vaak strakkere hengels zijn. En dat heeft vreemd genoeg niets te maken met de grootte van de vis, maar meestal met de grootte van de vlieg en de omstandigheden (weer) en afstand.

Easy
Voor zover lijkt het makkelijk. Je koopt als beginner een # 5 hengel met bijpassende # 5 lijn en je kunt in de meest uiteenlopende situaties uit de voeten. Het lijkt niet alleen makkelijk, het is het ook. De ellende begint als je een hengel wilt kopen voor een stuk water waar behoorlijk grote en minstens even sterke maar schuwe vis zit. Vissen waar je niet dichterbij kunt komen dan hooguit twintig meter. Die alleen tot bijten te verleiden zijn met heel kleine vliegen. Gevist aan heel dunne leaders.

Stapel gek werd ik er van. Op zo’n twintig meter afstand zag ik duidelijk forellen van droom formaat foerageren. Het probleem met droom forellen is dat ze vaak: 1. te ver weg staan. 2. enorm schuw zijn. 3. ze geen enkele vlieg nemen. Vaak ook nog alle drie samen.
Verder het water in kan ik niet. Betekent gegarandeerd zwemmen. Achter me heb ik bebossing, dus een goede overheadcast kan ik niet maken. Eigenlijk heb ik een langere hengel nodig. Tien of elf ft zou ideaal zijn. Mooie rolworp en de lijn dan laten schieten. Maar helaas, ik sta met een 8,5 ft. Mijn DT lijn heb ik wel al verwisseld voor een Wf lijn en daarmee haal ik, met veel moeite, de foeragerende vis. Maar echt mooi zacht krijg ik de lijn niet op het water. Door de sterke stroming moet de worp ook nog eens precies op maat zijn. Te ver naar rechts en ze zijn weg. Door de stroming heeft de vlieg hooguit twee seconden drijftijd. Daarna wordt het draggen en kan ik overnieuw beginnen.

Zelf geen foto en als ik een grote vang geen camera in de buurt…..

.

De vissen zijn hier vandaan gezien ongeveer een kilo en dat vergt minimaal 16/100 aan nylon. Maar 16/100 heb ik al geprobeerd, krijg er alleen maar weigeraars op. Bijkomend probleem is, als ik het goed zie, de vis aast op heel klein spul. Haakje 20 en kleiner. Vissen met 16/00 moet, vanuit het oogpunt van de vis gezien, wel haast lijken op een stuk kabeltouw waarmee je een leuke Kruiser aan de wal vast maakt.
Mijn hersens zeggen stap uit het water en ga hier weg. Maar zoals vaker het geval wint het hart en blijf ik staan. Mezelf ondertussen vervloekend. Mis ik ook nog het eten in het pension. Maar ik zal en moet er één vangen. Ook al besef ik dat ik hier met mijn standaard uitrusting eigenlijk geen enkele kans maak. Ik verleng mijn leader met een meter 12/100. De kleinste vlieg die ik heb komt aan het eind en met mijn arm bijna uit de kom probeer ik een halve rolworp te maken. Vervolgens zet ik, voordat de lijn het water raakt, de achterwaartse worp zo hoog mogelijk in om de bebossing achter me te vermijden en met meer geluk dan wijsheid kan ik een redelijke voorwaartse worp neerleggen die precies voor één van de vissen land. Direct is het raak. De vis reageert in een halve seconde. Zelf ben ik nog zo met de worp bezig dat ik veel te veel lijn heb uit- staan. Gelukkig helpt de sterke stroming een handje zodat ik net genoeg contact met de vis heb om de haak te zetten.

Het vervolg zal ik jullie besparen. Waar het om gaat is dat je voor speciale (vaak grotere) wilde forellen ander materiaal nodig hebt dan de standaard #5. Grote forel ligt nu eenmaal niet voor het opscheppen. Dat is ook de reden dat veel vliegvissers zo abnormaal veel hengels bezitten. Een veel gehoorde excuus van een vliegvisser tegen zijn vrouw is dan ook:’ ik moet wel een nieuwe hengel schatje. Iedere situatie is nu eenmaal anders. Je wilt toch niet dat ik als enige van de jongens niets vang’?

What’s in a name
Overheadcast = recht over je schouder naar achteren
Sidecast = rechts of links naast je
Rolworp = tja, dat gaat hem niet worden. Moet je echt even Googelen.
Parachuteworp = eigenlijk een half afgemaakte worp. Om nimf of droog stroomafwaarts meer tijd te geven om bijvoorbeeld te zinken (nimf).

Er bestaan nog een aantal worpen maar als je bovenstaande worpen beheerst kom je een heel eind.

Aan de lijn houden

natuurlijke kleuren

.
Er bestaan enorm veel soorten lijnen. Een groot aantal zul je nooit gebruiken. De meest gangbare zal ik hieronder kort bespreken:

    • DT : dubbel taps. Voordeel zachter en nauwkeuriger presenteren en makkelijker in de lucht te houden.
    • WF : weight forward. De eerste negen meter hetzelfde gewicht als een DT van hetzelfde aftma maar makkelijker “te schieten”.
    • S lijn : zinkende lijnen. Voordeel dat je op verschillende dieptes kunt komen en meer verschillende vissoorten kunt vangen met een vliegenhengel. Nadeel: het gooit beroerd. Je hebt slow sinking tot fast sinking en alles wat er tussen en omheen zit.
    • Zinktip : spreekt voor zich. Alleen de tip zinkt.
    • Intermediate : zakt een paar centimeter onder water.
    • Hover : is een drijvende lijn maar dan net iets anders. Hangt net onder de waterspiegel. Voordeel: minder zichtbaar voor de vis.

Volgende week reels – leaders en vliegen, een onderwerp waar nog meer over te vertellen valt!

Peter Sikking

 

Gerelateerde artikelen:

Dit vind je misschien ook leuk...

4 reacties

  1. Tom schreef:

    Mooi uitgelegd. Kzal er in 2020 eens aan beginnen

  2. Willy Gryp schreef:

    Hoi Peter,
    Duidelijke uitleg hierboven, alvast bedankt voor de initiatie. Toch nog een vraagje….ik vis al jaren met de spinhengel op zeeforel in Denemarken. Graag wil ik daar het vliegvissen aan toevoegen, heb je een tip aangaande de hengel, reel en lijnen?
    Alvast bedankt,
    Mvg,
    Willy.

  3. Ivan schreef:

    Hoi,

    Super, duidelijke uitleg! Bedankt! Heeft me al een heel pak verdergeholpen. Keep it up!

    hiiiyaaaa

  4. Bert schreef:

    Hoi Peter,

    Die #5 is meer een standaard voor het forelvissen toch? En niet zozeer als het om snoekvissen gaat?

    Groet, een beginneling

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *