Domme meerval blijkt snelle leerling

Onderstaand artikel is indertijd geplaatst op de site van de Meervalstudiegroep door Lucas van der Geest. We herplaatsen het nu omdat het een fraai beeld schetst van het leervermogen van meerval en hoe je als meervalvisser hier in de praktijk mee om kunt gaan.

 

Als er één vis is die de afgelopen decennia carrière heeft gemaakt in Europa, dan is het wel de Europese meerval. Er is bijna geen grote rivier die niet kennis heeft gemaakt met de Silurus glanis, een opportunistische rover die vooral imponeert door zijn enorme formaat én zijn prehistorische uiterlijk. De evolutie lijkt volledig aan dit dier voorbij te zijn gegaan. Hij is een meester in aanpassen. Dat zijn verspreiding vooral via de Europese snelwegen is verlopen, zal de meervalvisser een zorg zijn. En dat hij zich in zijn nieuwe thuiswateren snel breed maakte, werd in dank aanvaard. Ook het vangen van zo’n aartsvader leverde aanvankelijk weinig problemen op, wat hem al snel de reputatie van “dommige” vis opleverde. Vooral voor de mannen die zich het kwakhoutvissen eigen maakten, was het lachen geblazen. Zij vingen aanvankelijk enkele tientallen meervallen per dag. Maar… wie het laatst lacht, lacht het best!

We schrijven begin jaren negentig. De Fransen hadden de “Silure en de kunst van het kwakhoutvissen” ontdekt. Het geklop was niet van de lucht, tot ergernis van campingeigenaren en karpervissers. Het kwakhoutvissen werd verboden en de gezagsgetrouwe Fransen gooiden massaal het kwakhoutje erbij neer. De alternatieven waren bodem-, dobber-, boeien- en kunstaasvissen. En opeens bleek die “domme” meerval helemaal niet meer zo makkelijk te foppen. Het kwakhout was de ideale manier gebleken om midden op de dag meerdere meervallen te vangen. Sterker nog, ’s nachts bleek het helemaal niet te werken! De alternatieve methoden bleken vooral ’s avonds laat of ’s ochtends vroeg te werken. Nachtvissen op meerval is in Frankrijk verboden. De aantallen van weleer werden niet meer gehaald. Het gros van de Franse meervalvissers haakte af. Alleen de echte “diehards” bleven over. De Franse overheid, bepaald niet gelukkig met de nieuwe predator, had met het verbod op het kwakhoutvissen de meerval juist een dienst bewezen.

Toch had de wetgever net zo goed niks kunnen doen, want de effectiviteit van het kwakhout was zo groot, dat de meervalvissers al bezig waren zichzelf de das om te doen. De “domme” vreemdeling was het doordringende geluid van het kwakhout namelijk al gaan associëren met gevaar.

Alhoewel het, enkele jaren later, langzaam tot de Italianen begon door te dringen dat ook de Po bevolkt werd door Siluro’s, sloeg de meervalkoorts hier niet direct toe. De Po is een grillige rivier met sterk wisselende waterstanden en stroomsnelheden. Vooral als het water weer eens stijgt voert de rivier enorme hoeveelheden bomen, takken en waterplanten af, die het feitelijk onmogelijk maken om vanaf de kant te vissen met bodemlood: de favoriete manier van de Italianen. En dus werd er alleen een beetje op meerval gevist bij zakkend of stabiel water, wat zelden tot het gewenste resultaat leidde. In de avondschemering, wanneer de Door dressuur is meerval vangen moeilijker geworden, maar zeker niet onmogelijk, zoals Freek Stemfoort met deze Po-meerval van 231 centimeter bewijst.meerval actief wordt, maken bovendien werkelijk dui-zen-den muggen de oevers van de Po onveilig. Je moet er wat voor over hebben… De Italianen niet. De hengelsportzaken in Noord-Italië puilen uit van de meest geavanceerde hengelsportmaterialen, waarmee de Italianen bijvoorkeur niet in die lastige rivier vissen. Ook al barst de Po bijna uit zijn voegen van de vis. Rare jongens die Romeinen…

Er moest een buitenlander aan te pas komen, om de “locals” te attenderen op het feit dat zij een meervalwater van wereldformaat bezaten. Met recordmeervallen. Het was de Duitser Olivier Portrat die, gewapend met een kwakhoutje én een levende paling, de Italiaanse ogen opende. Samen met enkele Italiaanse vrienden, zoals Luca Ferona van de toonaangevende hengelsportwinkel “La Mincio”, ving hij zo onbeschoft veel grote meervallen, dat de nationale televisie er een cameraploeg op af stuurde. Dertig Gaetano Borghi met één van zijn monstermeervallen. meervallen op een dag was heel normaal. De Italiaanse hengelsportwereld schudde op zijn grondvesten en Olivier vestigde in één klap zijn naam in Bella Italia. Het grote verschil met Frankrijk: de overheid liet (en laat) de meervalvissers ongestoord hun gang gaan. Waar dat toe leidde, wordt het best geïllustreerd door het verhaal van Gaetano Borghi.

Gaetano Borghi is de zoon van een schatrijke, Italiaanse industrieel en de gedoodverfde opvolger van de troon. Maar zoonlief ging liever vissen. Op meerval. Toen Gaetano, op een dag, vanaf zijn vaste stekkie, zat te vissen, zag (of beter gezegd: hoorde) hij een bootje naderen dat hij kende van televisie. Het was Olivier, druk in de weer met het kwakhout. Gaetano begon Olivier te roepen, maar die hoorde hem niet . Het bootje dreef voorbij, maar Gaetano gaf niet op. Hij zette het op een lopen. Na twee kilometer door mul zand te hebben gerend, merkte Olivier eindelijk de met zijn armen zwaaiende en ondertussen strompelende man op. Hij leek de uitputting nabij. Het tafereel was zo aandoenlijk dat Olivier Gaetano uitnodigde in te stappen. Even later zat Gaetano bij Olivier in de boot, met in zijn ene hand een biertje en in zijn andere hand een hengel. Reeds bij de derde “klonk” werd de hengel bijkans uit Gaetano’s handen getrokken. Amper bijgekomen, kon hij alweer aan de bak. En die bak bleek Gaetano’s eerste meerval van 2 meter. Gaetano was verkocht. Hij kocht een boot, maakte zich het kwakhoutvissen eigen, publiceerde als eerste Italiaan artikelen over meervalvissen en vestigde definitief zijn naam. Gaetano had zijn roeping gevonden en werd een populaire visgids. Tot groot verdriet van “papa”.

Het tij keerde
Het waren de hoogtijdagen van Gaetano. Zijn “business was booming”. Maar het tij keerde. Gaetano ervoer al snel dat de meervallen steeds minder gretig op het kwakhout reageerden. En dat het zelfs averechts begon te werken! De meerval had het doordringende geluid van het kwakhout met gevaar leren associëren. Visloze sessies kwamen steeds vaker voor en zijn klanten hielden het stuk voor stuk voor gezien. De “rise and fall” van de Italiaanse meervalkoning is eigenlijk het verhaal van de mens die het vermogen van het dier om te associëren en leren had onderschat! De door Duitsers en Oostenrijkers uit de grond gestampte meervalkampen, in de Po-delta, hebben zwaar te leiden gehad van enkele overstromingen, maar nog meer hebben zij geleden onder de steeds moeilijker te vangen “siluro’s”. Op een stuk van amper 10 kilometer bevonden zich op een gegeven ogenblik een dozijn viskampen. Door de gigantische hengeldruk liepen de vangsten zo snel terug, dat enkele kampbazen, na weer eens te zijn overspoeld, niet de (financiële) veerkracht konden opbrengen om een doorstart te maken. Het verhaal van Gaetano en de meervalkampen illustreert hoe erg de meervalwereld de laatste jaren gebukt gaat onder hengeldruk en dressuur. Alleen de naïeve vissen trappen nog in het trucje met het kwakhout. En in de druk beviste wateren van Europa zijn naïeve vissen vooral, jonge, onervaren en dus kleine meervalletjes.

Kwakhoutvissen is niet meer wat het geweest is.

Omgekeerde voedselnijd
Aanvankelijk reageerden meervallen massaal op het kwakhout. Drie, vier of zelfs meer vissen tegelijk op het schermpje van mijn Eagle FishMark 240 dieptemeter was meer regel dan uitzondering. Voedselnijd zorgde ervoor dat een aanbeet nooit lang op zich liet wachten. Tegenwoordig is er sprake van, wat ik maar “omgekeerde voedselnijd” zal noemen. Nog steeds reageren groepjes meervallen op de enorme drukgolf van het kwakhout, maar als er eentje het aas afkeurt, wagen de overige meervallen zich er ook niet aan. Ze volgen het aas, maar laten het onberoerd en zakken één voor één naar de bodem. Een bijzonder frustrerend gezicht, dat tegenwoordig helaas meer regel dan uitzondering is. Het meeste kans op een aanbeet maak je als er een eenling naar het aas stijgt!

Het lijkt er sterk op dat meervallen niet alleen leren van haakervaringen, maar ook van een soortgenoot die plotseling in de problemen raakt. Als dat keer op keer gebeurt na “geklop van boven”, wordt de link snel gelegd.

Foute combinatie
Aanvankelijk werd bij het kwakhoutvissen steevast een levende paling als aas gebruikt. En dus werd niet alleen het gedreun van het kwakhout, maar ook een paling met gevaar geassocieerd. Een paling die een paar meter boven de bodem de samba danst, vertoond niet bepaald natuurlijk gedrag en is dus heel herkenbaar. Heden ten dage is de combinatie kwakhout/paling de beste garantie op visloze sessies. Niet meer doen dus! Gebruik alternatieve aassoorten, zoals pijlinktvissen of een dikke dot wormen. Niet dat deze aassoorten erg natuurlijk gedrag vertonen, maar het is (nog) niet “besmet” én een stuk goedkoper. Het verlengen van de onderlijn (tot minimaal een meter) zorgt voor een extra subtiele aasaanbieding.

Het kwakhout bleek aanvankelijk zo effectief, dat veel mensen er te lang mee zijn doorgegaan. In plaats van het steeds gerichter en subtieler toepassen, zijn de meeste mensen steeds driftiger gaan “ploenken”. Met averechts resultaat. Als u De Po is niet het gemakkelijkste water. Als je dan toch zulke vissen weet te vangen, mag er natuurlijk gelachen worden!merkt dat de benzinetank van uw auto bijna leeg is, gaat u toch ook niet harder rijden om de benzinepomp te halen? Beter is het om juist langzamer (en dus zuiniger) te gaan rijden. Als u op uw dieptemeter een meerval ziet stijgen, stop dan met klonken en wacht tot hij het aas vindt. Doorgaan met klonken (of zelfs intensiveren) kan de meerval juist doen besluiten het aas niet te nemen.

Vitaliano Daolio, mijn Italiaanse vriend én eigenaar van het viskamp “Fish Obelix”, gevestigd aan de (nog) niet kompleet overbeviste middenloop van de Po, was altijd een fervent fan van het kwakhout. Sinds kort niet meer. In de hete, droge zomer van 2003 bereikte het peil van het water, letterlijk, een historisch dieptepunt. De meerval had zich massaal verzameld in de diepe gaten. Toen ik, met een aantal leden van de Meervalstudiegroep (www.meervalstudiegroep.com), arriveerde, verzocht Vitaliano mij vriendelijk het kwakhout vooral niet te gebruiken. Toen we met zijn Boston Whaler over het 20 meter diepe gat voor zijn kampje vaarde, begreep ik direct waarom. De meervallen hingen allemaal tussen de 8 en de 12 meter, zo was duidelijk te zien op zijn Lowrance X15 dieptemeter. Het kwakhout gebruiken, om meerval naar het aas te lokken, was zinloos. Sterker nog, het zou de vis slechts alarmeren. De truc was om de meerval niet naar het aas te lokken, maar het voorzichtig voor zijn bek te laten zakken. Door het aas met de hengeltop, een beetje uitdagend, op en neer te halen, kon af en toe een aanbeet worden afgedwongen.Om het aas de beweging van de hengeltop mooi te laten volgen, kortten wij de onderlijn in van een meter tot hooguit 5 centimeter! Het zware lood (150 gram) wordt bij deze methode verstopt in een siliconen inktvis. Jawel, dezelfde inktvisjes die u misschien kent van het zeevissen. De enkele haak wordt vervangen door een dreg, maat 5/0, die u “versiert” met stukjes pijlinktvis. De techniek doet een beetje denken aan verticaalvissen. Wieg de inktvis zachtjes op en neer voor de bek van de meerval en hou de hengel goed vast, want de aanbeet is werkelijk keihard!

Gevonden op de dieptemeter, daarna tot aanbijten verleid door het het aas uitdagend voor zijn bek te laten dansen.

Natuurlijk is het niet zo dat u alleen met het kwakhout (of afgeleide technieken) meerval kunt vangen. Of dat alleen kwakhoutvissen tot dressuur leidt. Ik heb alleen het kwakhoutvissen als voorbeeld gebruikt om te laten zien hoe snel meerval leert van zijn fouten (of die van zijn buren). Hoe herkenbaarder de techniek voor de meerval, hoe makkelijker hij het leert kennen. Andere technieken, zoals dobbervissen, zijn minder gevoelig voor dressuur omdat de aasvis gewoon vrij lijkt rond te zwemmen. Bedenk u echter dat herkenning van een “foute” aasvis er eveneens toe kan leiden dat u geen aanbeet krijgt. Of aanbeten die niet doorzetten. Dit laatste komt nogal eens voor bij paling. Een meerval is dan zo “slim” om de paling niet in één keer naar binnen te zuigen, maar deze eerst voorzichtig bij zijn kop te pakken. Dus aan het uiteinde waar de haak niet zit. Dit probleem kunt u omzeilen door aasvissen te gebruiken die ter plekke veel voorkomen en dus hoog op zijn menulijstje staan, zoals barbeel (Po) of karper (Ebro).

Kunstaas
Een andere manier om meerval te verleiden, is door hem in een alles of niet situatie te brengen, waarbij u hem de tijd niet gunt om na te denken over de risico’s. Dat effect kunt u bereiken met kunstaas.

Lucas van der Geest

Gerelateerde artikelen:

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Lucas van der Geest schreef:

    Leuke tijden!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *